1978
Er was in 1977 een introductiewedstrijd “Trekkertrek” op de Flevohof.
Vrienden van Jan van Alphen hadden het spektakel gezien en maakten Jan van Alphen enthousiast. In 1978 is Jan van Alphen zelf een wedstrijd (in Raalte) gaan kijken en besloot mee te gaan doen.
De eerste Popeye zag in 1979 het levenslicht. Deze was voorzien van twee DAF 575 motoren. De achterbrug was afkomstig van een Mc Cormick WD9 en het chassis werd zelf gebouwd. De achterbanden kwamen van de sponsor “De Hoeve” bandenhandel, Wijk en Aalburg.
De eerste wedstrijd die werd gereden was in Ahoy’ Rotterdam in 1979. De eerste indoorwedstrijd van Europa, waar een ‘maiden pull’ van welgeteld 21 meter gemaakt werd.
Verder in het seizoen behaalde Popeye de eerste twee bekers. Het was een derde plaats in Ruurlo en een eerste plaats in Raalte op de Stoppelhaenenfeesten.
1980
Het jaar daarop werd besloten een nieuwe Popeye te bouwen. Er werd gebruik gemaakt van twee Detroit tweetaktdiesels.
De één was afkomstig uit een maishakselaar en de andere uit een FTF truck. Samen waren ze goed voor 500 pk.
En daar heeft Popeye ook wel wat prijzen mee behaald, maar de balans van de trekker was ver zoek. Hij was te zwaar op de neus.
Na twee jaar met deze machine te hebben gereden, werd besloten op zoek te gaan naar een sterkere motor.
In het weekblad “Boerderij” werd een artikel over Frank Verheijen, een tractorpuller in Canada, gelezen. Hij was daar met zijn trekker tweede geworden op de kampioenschappen “tractor pulling”.
Via kennissen in het dorp is het eerste contact met Frank Verheyen gelegd.
Er werd toen van hem een set echte pullerbanden gekocht en hij gaf het advies om met een V-12 Allison te gaan rijden, ondanks het feit dat hij zelf met RR_Merlin reed.
De eerste Allison werd dan ook aangeschaft bij zijn vriend Art Helm uit Canada.
En zo arriveerde de eerste motor op 15 januari 1982 op Schiphol.
1981
En zo werd in het najaar van 1981 dus begonnen met de bouw van de volgende Popeye. Eerst werden toen de twee Detroit motoren van de trekker afgehaald. Jan’s zwager stapte uit het team en er werd verder gegaan met de Allison vliegtuigmotor.
Deze werd toen op het bestaande chassis gebouwd, zodat er in 1982 in de Ahoy’ hal deelgenomen kon worden aan de eerste wedstrijd van het seizoen. Daar werd net niet de overwinning behaald.
Gedurende het seizoen 1982 wendden rijder en tractor steeds beter aan elkaar. De prestaties van de combinatie gingen hard vooruit. Er werden meer en meer overwinningen behaald en uiteindelijk Nederlands én Europees kampioen.
1983
De organisator van Ahoy’ kon voor de wedstrijd op 5 februari 1983 geen puller uit de USA geregeld krijgen, waarop Jan zei dat hij nog wel een paar pullers wist in Canada.
Waarop de organisator antwoordde: “Probeer ze maar te regelen”.
En zo gebeurde het dat de Canadezen naar Holland konden komen om mee te doen aan de pull in Ahoy.
Direct na Ahoy’ werd de automatische Allison versnellingsbak vervangen en de motor lager in het chassis geplaatst. Een Fuller versnellingsbak moest vanaf nu voor het juiste verzet zorgen.
Omdat Popeye tractorpulling team sinds 1980 organisator was van de wedstrijd op de Beekse Bergen en steeds tegen het probleem aanliep dat er nog geen vast logo was voor tractorpulling , om op trofeeën te plaatsen, hebben Jan en zijn broer Joop in 1983 een logo ontworpen en bij Biemans sport in Dongen laten vervaardigen.
Dit is voor het eerst gebruikt tijdens de eerste indoorwedstrijd in de Brabanthallen in s’Hertogenbosch in 1984 en wordt ook internationaal gebruikt.
De foto hieronder is van 1983, toen werd Popeye wederom Europees kampioen in Engeland.
Op de tweede plaats op het ereschavot stond toen Brian Armistead (Desperate Dan), toen nog met een echte baard en een krullekop.
1985
Vlak voor het Nederlands kampioenschap van 1985 werd besloten een alcohol injectie-systeem op de Allison motoren te bouwen.
Het team ging in dat jaar naar de Verenigde Staten om de injectie op te halen bij Wayne Longnecker uit Iowa.
De overwinning op het Nederlands kampioenschap haalde Popeye binnen, maar miste net de eerste plaats op het Europees kampioenschap.
1988
Aan het einde van seizoen 1988 werd besloten een nieuwe trekker te bouwen met 2 Allison motoren, in stair-step opstelling. Dat idee was gezien bij Art Helm en Wayne Longnecker. Maar omdat ook financiële middelen nodig waren, gingen men op zoek naar een sponsor en werd gevonden in Oils. Na een gesprek op het kantoor in Rotterdam was de zaak rond.
Er kon hierdoor een nieuw chassis gebouwd worden met de motoren in een stair-step opstelling. Ook kwam er een crossbox om de twee motoren te verbinden met de nieuwe versnellingsbak en de achteras.
In het midden op de foto staat Wayne Longnecker. Hij was door Popeye tractorpulling team, samen met zijn vrouw, uitgenodigd om naar Nederland te komen. Hij heeft de week vóór Ahoy’ meegeholpen met de bouw en kon zodoende mee naar de avondwedstrijd in Rotterdam. De middagsessie werd helaas gemist, omdat de noodstop nog niet werkte.
Na Ahoy’ is Popeye gespoten in de kleuren van Q8 en werd er een persconferentie gehouden om de tractor en het team te presenteren.
In dat jaar werd Popeye Nederlands en Europees kampioen met de tweemotorige machine.
1990
In de volgende jaren moest Popeye de eer laten aan andere deelnemers.
In 1990 werd nog een wedstrijd in de Verenigde Staten bezocht.
In Columbus Ohio werd contact gelegd met Mike Holden. Hij had een leuke tractor met dezelfde motoren als Popeye destijds. Hij kon er echter nog een derde bij plaatsen.
Hij wilde zijn tractor verkopen en het Popeye tractorpulling team heeft toen de complete aandrijflijn en achterbrug gekocht.
Toen de onderdelen waren aangekomen werd begonnen met de bouw van een nieuw chassis voor een tractor met drie motoren.
De motoropstelling die werd toegepast zou nadien nog meerdere malen gekopieerd worden.
Op de wedstrijd op de Flevohof, in Augustus 1991, kwam de triple Allison gedreven Popeye voor het eerst op de baan.
Na een aantal seizoenen wennen, afstellen en aanpassen werd Popeye in 1994 zowel in de 4,4 ton als in de 5,4 ton vrije klasse Nederlands kampioen.
1994
In 1994 was er een luchtvaartshow van oude vliegtuigen op Eindhoven Airport, waar ook een Lockheed Lightning een demonstratie zou geven.
Jan van Alphen ging daar natuurlijk graag kijken, want dan kon hij voor het eerst een echte Lockheed Lightning zien waar de Allison motoren voorheen dienst in hadden gedaan.
In 1995 werd Popeye net geen kampioen en eind 1995 was er sprake van dat de 5,4 ton vrije klasse zou gaan verdwijnen.
Er werd besloten om na 1996 met Popeye deel te gaan nemen in de 3,4 ton en 4,4 ton klasse.
John van Alphen zou de 3,4 ton klasse gaan rijden met de Popeye met twee motoren. En Jan zou in de 4,4 ton klasse de Popeye besturen.
Er werd een andere vrachtwagen aangeschaft en opgebouwd met laadbak en met een kraan om de motor er op en af te kunnen tillen tijdens een wedstrijd.
1997
Het eerste seizoen dat John reed, in 1997, werd hij meteen Nederlands kampioen in de 3,4 ton vrije klasse en op het EK in Erkelenz-Holzweiler eindigde hij op een tweede plaats.
Ook in de 4,4 ton vrije klasse, met de 3 motoren, werd Popeye tweede.
Het seizoen 1998 werd er begonnen met de vervanging van de crossbox. Een stalen behuizing werd gemaakt door Machinefabriek Van der Waal uit Krimpen aan de Lek. De tandwielen waren afkomstig van de sponsor “True Gear & Spline” uit Canada. Tijdens het bezoek aan Frank Verheijen in Canada zijn de eerste contacten met hem gelegd.
Vlak na de Eurocup wedstrijd in Bernay zijn er, via Wayne Longnecker, nieuwe Waterman brandstofpompen aangeschaft in de Verenigde Staten.
Vlak voor de wedstrijd in Achterveld zijn de originele Allison ontstekingen vervangen door Mallory’s om deze extra brandstof goed te kunnen ontsteken.
De aanpassingen brachten wel wat kleine kinderziekten met zich mee, maar het Popeye tractorpulling team hoopte ook in het seizoen 1998 weer kampioen te kunnen worden.
En dat was nog aardig gelukt ook… Tweede in de Eurocup klasse en twee weken later werd Popeye in beiden gewichtsklassen Europeeskampioen!
John van Alphen verbrak de reeks van overwinningen van Desperate Dan die 8 jaar lang duurde.
In de 4,4 ton bleef Popeye, Brian Armistead ook voor en werd de tweede kampioensbeker van dat weekend aan het Popeye tractorpulling team overhandigd.
Als klap op de vuurpijl werd ook nog eens het Nederlands kampioenschap in de 3,4 ton klasse binnen gehaald en na een seizoen van felle strijd een tweede plaats in de 4,4 ton.
Aan de eerste wedstrijd van het seizoen 1999 kon Popeye maar net meedoen, omdat de tractor op de LandbouwRAI gestaan had. Op zaterdag nacht werd er snel van de wedstrijd naar Amsterdam gereden om de tractor bij de hoofdingang te zetten.
De eerste buitenwedstrijd verliep goed en dat werd volgehouden tot het einde van het seizoen.
In dit jaar kende Popeye gelukkig weinig problemen en in 1999 werd een dubbel Nederlands kampioenschap veroverd. Waarmee ook de plaats verstevigd werd in de Inter-Techno / Bobcat klasse.
Op de tweede indoor wedstrijd in Ahoy Rotterdam was wederom Wayne Longnecker aanwezig. Dit maal was Wayne Longnecker gast van het Green Monster team.
Daarnaast ging het ook helemaal niet slecht in de Eurocup. Na een superprestatie in Herning, met 2 motoren een 2e plaats in de 4,5 ton, waren toch genoeg punten verzameld over de 6 wedstrijden om bovenaan te blijven staan in de Europese competitie.
Op de wedstrijd in Windenhof, Frankrijk kon voor de allereerste keer de grootste beker voor de Eurocup in ontvangst genomen worden.
Op het Europees kampioenschap is Popeye ook hoog geëindigd. In de 3,5 ton klasse werd John vierde en in de 4.5 ton klasse werd Jan tweede.
2000
In de winter van 1999/2000 werd Popeye aangepast, aan de nieuwe Europese veiligheidseisen. Er werd nl een “roll over protection” (rolkooi) opgebouwd.
Het seizoen begon zoals gewoonlijk in Zwolle en Ahoy. In Zwolle waren er al enige tekenen van ellende. De trillingsdemper van de krukas van de motor rechtsvoor ging kapot. De timing van de ontsteking en de nokkenas veranderde, waardoor paardenkrachten uit de motor verdwenen.
In de 4.5 ton klasse werd toch nog een derde plaats bereikt op 2 motoren. In Ahoy werden in beide klassen een derde plaats gehaald.
De tweede wedstrijd van het Nederlands kampioenschap was in Wierden. Voor het eerst sinds het gebruik van Allison motoren ging daar een motor echt kapot.
Een zuiger sneuvelde (metaal moeheid) waardoor de pistonpen en de drijfstang de motor ruïneerden.
De krukas was gebroken, verschillende drijfstangen kapot en het motorblok was over de hele lengte gescheurd.
Op de foto’s is te zien hoe slecht de motor er aan toe was.
In een week flink sleutelen werd een reservemotor die reeds 14 jaar in bezit was opgebouwd.
De motor had sinds 1943 niet meer gelopen. Er stond op het typeplaatje dat hij maar 130 uren had gelopen. Vrijdagavond was hij klaar en zaterdag werd hij weer ingezet voor de strijd in Kapelle-Biezelinge.
Het Eurocup seizoen begon dit jaar al vroeg in Herning. De combinatie baan en Popeye kwam niet helemaal uit de verf daar. Toch wist Popeye gedurende het Eurocup seizoen zo rond de derde plaats te balanceren. Pas na de zevende ronde in Bettborn werd Popeye op nummer 4 gezet door Challenger, welke de Allisons beter aan het draaien krijgt.
De Nederlandse competitie verliep een stuk beter. Daar werd Popeye overtuigd winnaar in de 3.5 ton klasse en wist Popeye op het laatste moment Green Spirit nog voor te blijven tijdens de finale 4,5 ton in Bakel. Daar kon dus de beker voor de eerste plaats in ontvangst genomen worden.
Daarnaast liep in Bakel de competitie voor de Inter Techno Bobcat Cup ten einde.
Echter al op de Eurocup wedstrijd bij Six Flags Holland had Popeye al genoeg punten verzameld om de winst zeker te stellen.
Tijdens deze wedstrijd kon het Popeye tractorpulling team dan ook de prijs; een Bobcat minigraver, in ontvangst nemen.
Een woord van dank aan Dhr. Bertus Boer van Inter-Techno B.V. uit Apeldoorn (www.intertechno.nl) is dan ook meer dan op zijn plaats voor het beschikbaar stellen van deze prijs.
Vanwege de verbouwingen op de boerderij was er minder beschikbare tijd in het jaar 2000 voor de hobby.
In de winter werden de motoren weer onder handen genomen en kon er in het seizoen 2001 weer hard tegenaan gegaan worden. Door het vervallen van de wedstrijd in Zwolle was er meer beschikbare tijd om alles voor elkaar te breien. Uiteraard was alles niet mogelijk zonder de hulp van de toenmalige sponsoren; Oils en Uniform Agri.